Luciano Pavarotti (1935-2007) was één van de grootste tenoren uit de tweede helft van de vorige eeuw. Hij behoorde tot de zogenaamde Three Tenors, naast Plácido Domingo en José Carreras. Begaafd met een grote muzikaliteit en gevoel voor show, werd hij boven alles geprezen om zijn schitterende stem. Het gemak waarmee hij de hoge c haalde, leverde hem de bijnaam King of the High C’s op. De zanger groeide uit tot een icoon. Geen tenor na de Tweede Wereldoorlog wist met zoveel succes de kloof tussen populair en klassiek te overbruggen. Pavarotti overleed op 6 september 2007. Hij werd 71 jaar.

Willy Alberti (geboren als Carel Verbrugge, 1926-1985) treedt in de voetsporen van zijn vader, die bekend staat als de zingende kelner. Op 6-jarige leeftijd werd hij op het biljart gehesen om voor de cafébezoekers te zingen. In 1940 staat hij in Carré, als jongenssopraan in de operette Rosemarie. Een jaar later maakt hij zijn eerste plaatopname.

Eric Reddet is een van The Platin Tenors bij André Rieu. Als hij niet op tournee is, treedt hij op bij verschillende gezelschappen. Hij is een lyrische tenor uit Frankrijk, maar inmiddels woonachtig en werkzaam in Nederland. Gedurende de laatste drie jaar heeft Eric meer dan 300 concerten gegeven; als solist met Het Johann Strauss Orkest van André Rieu en op tournees door Europa, Zuid-Amerika, de Verenigde Staten en Australië. Hij was als solist ook regelmatig te zien in het televisieprogramma Maestro.

Ad Knippels heeft zijn sporen ruimschoots verdiend. Hij is bekend van toneel (onder andere Midzomernachtsdroom en Karakter), film (onder meer Lucia de B en Alles is Liefde), musicals (denk aan The Full Monty en Mamma Mia) en televisie (bijvoorbeeld in Klem en Dokter Titus). In 2011 won hij de John Kraaijkamp Musical Award voor zijn rol in Spring Awakening en in 2020 werd hij opnieuw genomineerd voor deze prijs, voor maar liefst twee rollen; als Bruce in Fun Home en als Vlad in Anastasia.